Experimentele muziek van toen en nu

Het Castello Consort speelt Padding en Marini

‘Ensemble voor renaissance en vroeg-barok’: zo introduceert het Castello Consort zich op zijn website. ‘We genieten enorm van de zoektocht naar verschillende klankkleuren en andere manieren van expressie in 17de-eeuws instrumentaal repertoire.’ Op zondagmiddag 14 mei laat het consort in het Orgelpark horen wat het daarmee bedoelt: het is met name geïnteresseerd in de vernieuwing die in de 16de en de 17de eeuw door musici werd nagestreefd. Matthijs van der Moolen, trombonist van het consort, zegt het zo: ‘Componisten waren in die tijd heel veel aan het experimenteren. Eigenlijk alles wat later in de muziektheorie verboden werd, dat deden ze toen gewoon.’

 

In feite vindt het Castello Consort élke componist die zo werkt fascinerend. In het Orgelpark klinkt daarom naast muziek van 17de-eeuwers als Biagio Marini (1594-1663), Marco Antonio Ferro (1600-1662) en Dario Castello (1602-1631) ook werk van Martijn Padding. Hij schreef op verzoek van het Castello Consort Stylus Phantasticus, om de voltooiing te vieren van het orgel dat het consort door Orgelmakerij Reil had laten bouwen. Het instrument kwam in 2020 gereed; Paddings nieuwe werk ging vorig jaar in première tijdens het Internationale Orgelfestival in Haarlem, waar het consort het samen met Menno van Delft uitvoerde in de Nieuwe Kerk. Het is een ‘boek’, zoals de ondertitel luidt: ‘Book of intonazioni, echo’s, and fantasias’.

 

Het Castello Consort verklaart de verbreding van zijn repertoire niet alleen door liefde voor experiment als rode draad te noemen, maar ook door op hun eigen ideeën over klank en klankkwaliteit te wijzen: ‘Voor elk programma dat we creëren streven we naar het vinden van een karakteristieke klank die wij het meest overtuigend vinden bij dat repertoire.’ Het is er de reden van dat het Reil-orgel op 14 mei meekomt naar het Orgelpark, waar het bespeeld zal worden door Menno van Delft. Hij vult ditmaal samen met Emma Huijsser (harp), Ivan Iliev (viool) en Benny Aghassi (dulciaan)  de ‘harde kern’ van het consort aan, die gevormd wordt door Matthijs van der Moolen, Anne-Linde Visser (barokcello, viola da gamba) en Elise Dupont (viool).

 

Al klinkt het in eerste instantie wellicht een beetje als water naar de zee dragen, toch is het zinvol dat het Reil-orgeltje meedoet in het Orgelpark. Al was het maar vanwege de 1/4-komma middentoonstemming die het kreeg. Het Utopa Barokorgel van het Orgelpark heeft een iets modernere stemming, en in het Van Straten-orgel, de alweer tien jaar oude interpretatie van de oorspronkelijke staat van Nederlands oudste orgel, is de middentoonstemming alleen maar beschikbaar in ‘blokwerkvorm’: breed, groots, niet echt geschikt als partner van de klank van strijkers en baroktrombones. Bovendien heeft het orgel van het Castello Consort subsemitoetsen voor Dis en As, zoals bekend de twee tonen ‘waartussen’ de middentoonse wolf woont, én een dispositie naar Italiaans model, met een prestantenkoor (8’, 4’, 2, 1 1/3’, 1’), een Voce Umana (een tweede Prestant 8’, maar dan iets lager gestemd) en een Regaal.

 

De dispositie beantwoordt daarmee aan de aanwijzingen die Claudio Monteverdi onder meer in zijn Magnificat voor zes stemmen geeft. Opvallend in die aanwijzingen is dat de Principale (de 8’ Prestant) solo gebruik wordt dan wel stapsgewijs aangevuld, meestal tot een overzichtelijke 8’ - 4’ - 2’ registratie. Ook de Fiffara noemt Monteverdi, een andere naam voor de Voce Umana. 

 

Reil voerde het orgel zo uit dat het eenvoudig in een bestelbus kan worden meegenomen. Het Castello Consort heeft daardoor altijd de orgelklank ter beschikking die het ideaal vindt. De winddruk is met 48 mm wk Italiaans laag. De toonhoogte is 465 Hz. Het instrument beschikt naast de gewone registers ook over een ‘Zampogna’. De zampogna is de Italiaanse variant van de doedelzak; in het Castello-orgel activeert het register een enkele trompetpijp, daarmee een bourdon als een doedelzak-drone genererend.

 

Interessant is dat Krijn Koetsveld in 2020 een vergelijkbaar orgel liet bouwen, door orgelmakerij Klop, met een vergelijkbaar doel. Net als het Castello Consort liet hij zich inspireren door Claudio Monteverdi, en ook dit instrument is eenvoudig in delen uitneembaar en transporteerbaar. Een groot verschil is dat Klop het Monteverdi-orgel voorzag van houten pijpen, terwijl het Reil-orgel van het Castello Consort metalen pijpwerk heeft. 

 

Hans Fidom

Word
Gast
vriend!

Word GastVriend van het Orgelpark

Word GastVriend voor slechts 80 euro per seizoen en bezoek alle 80 Orgelparkconcerten!

Lees meer

Het Orgelpark is voortgekomen uit de idealen van de stichting Utopa.

Stichting Utopa biedt met haar eigen initiatieven ruimte aan mensen om hun creatieve talenten te ontplooien en zich verder te ontwikkelen.

Bezoek de website