Arnold Marinissen: Simone Weil-cyclus
Arnold Marinissen schreef zijn zevendelige Simone Weil-cyclus tussen 2022 en 2025. Alle composities zijn gebaseerd op teksten van de Franse filosofe en activiste Simone Weil (1909-1943), die zichzelf bezighield met de dilemma’s, in het bijzonder het onmenselijke karakter, van de fabrieksarbeider in de vroege twintigste eeuw. Om diep inzicht te verwerven in deze problematiek werkte ze gedurende de jaren ’30 zelf als fabrieksarbeider. Ze schreef uitvoerig over haar ervaringen, overwegingen en toekomstvisie rond fabriekswerk, in brieven, essays, en in correspondentie met fabrieksdirecteuren. Haar compromisloze toewijding had een sterke weerslag op haar gezondheid. Gedurende de Tweede Wereldoorlog stierf ze op vierendertigjarige leeftijd aan hartfalen, schijnbaar in samenhang met een zelfopgelegd hongerregime.
Het openingswerk van de cyclus, La condition ouvrière, werd geschreven voor het Amerikaanse Ox and Lamb Percussion Publications. Drie van de werken, Des bruits qui ne parlent pas, Un temps inhabitable en La racine du mal, kwamen tot stand dankzij een werkbijdrage van het Fonds Podiumkunsten. Het afsluitende orgelwerk Kairé schreef Marinissen in opdracht van het Orgelpark.
Programma
1 Van Doorne’s Audio Fabriek (2025, 10'), voor klanksporen, première
2 La condition ouvrière (2022, 6'), voor slagwerk solo
3 La racine du mal (2023, 8'), voor basfluit en klanksporen, première
4 Des bruits qui ne parlent pas (2023-25, 8'), versie voor draaiorgel, slagwerk en klanksporen
5 Un temps inhabitable (2023, 6'), voor vibrafoon en klanksporen
6 J’aime encore mieux le silence (2023, 3’), voor drie stemmen, première
7 Kairé (2025, 20’), voor orgel en klanksporen, première
I Pensez, c’est aller moins vite
II Ce n’est pas là comme à l’université
III Parlons de vous
IV Saluez vos montagnes pour moi
Musici
Dorien Schouten, orgel (7)
Agathe Labadie, sopraan (6)
Levy Pletting, mezzo-sopraan (6)
Trevor Brown, tenor (6)
Raymond Honing, basfluit (2)
Joey Marijs, slagwerk (5)
Arnold Marinissen, slagwerk (4, 5)
Toelichting
Het concert opent met een tapecompositie, Van Doorne’s Audio Fabriek, gecreëerd uitsluitend met field recordings uit de DAF trucks fabriek, gemaakt door Arnold Marinissen. Zo zet het werk de toon voor de cyclus.
La condition ouvrière voor slagwerk solo draait om daadwerkelijke fabrieksgeluiden en -ritmes. Ook de 'instrumenten' komen uit de fabriek en werkplaats: een zaag, linealen, draadeind, hamer, vingerhoeden, potten en flessen, schuurpapier, wetstenen, metalen pijpen en platen, een houten kist en een kartonnen doos. Het werk vereist toewijding, uithoudingsvermogen en precisie, en balanceert op het snijvlak van menselijkheid en mechaniek.
In La racine du mal, voor basfluit en klanksporen, stelt Weil dat wanneer mensen de rol van dingen aannemen, en dingen de rol van mensen, dit de rol van alle kwaad is. Fabrieksarbeiders herhalen slechts vijf of zes handelingen; toch moeten ze alert blijven, altijd voorbereid op het onverwachte. Onderbrekingen, die leiden tot schoonheid en een gevoel van traagheid, zijn afwezig. De ononderbroken cadans, die tegengesteld is aan ritme, als de tik-tak van een klok, maakt de fabrieksarbeider onverschillig en wreed. Na een dag in de fabriek heeft deze maar één gedachte: het duurde lang…
Het muzikale materiaal van Des bruits qui ne parlent pas, in een versie voor draaiorgel, slagwerk en klanksporen, is enerzijds gebaseerd op het ritme en de melodie van Weils tekst; anderzijds volgt het de zielloze motoriek van fabriekswerk. Het draaiorgel sleurt het slagwerk voort; het slagwerk spreekt het draaiorgel toe. Net als bij La condition ouvrière speelt het werk zich af op het snijvlak van menselijkheid en mechaniek.
In de tekst van Un temps inhabitable, voor vibrafoon en klanksporen, reflecteert Weil op tijd, ritme en de balans tussen afwisseling en monotonie als de belangrijkste factoren in het dilemma van de fabrieksarbeider. Zij stelt dat bij alles dat schoonheid en waarde heeft deze balans tussen afwisseling en monotonie essentieel is. Wanneer die ontbreekt gaat het mis: de 'onmogelijkheid om vooruit te kijken' en 'momenten die elkaar opvolgen als de tik-tak van een klok' maken tijd 'onbewoonbaar, verstikkend'.
J’aime encore mieux le silence voor drie stemmen is gebaseerd op een persoonlijke noot bij een brief die Weil in januari 1936 schreef aan Boris Souvarine, die haar activistische interesses deelde maar met wie ze ook een hechte vriendschap had, en die op dat moment door een persoonlijke crisis ging. Weil smeekt Souvarine om een paar woorden over de essentiële dingen die hem bezighouden. Ze schrijft: 'Niets verbittert mij meer dan het ontvangen van brieven die een onzekerheid over jou laten als stilte. Dan geef ik de voorkeur aan stilte.'
De nieuwe compositie Kairé, waarmee de cyclus wordt afgesloten, is een werk voor orgel en klanksporen in vier delen. Hierin deelt Simone Weil, in correspondentie met een jongere vriendin, Simone Gibert, haar gedachten rond de rol van denken bij machinaal werk, het opzoeken van prikkels en de toewijding aan het handelen in de realiteit van het leven van alledag. Het werk beleeft in dit concert zijn première.
Foto Marco Borggreve